- De secretaris-generaal van de beroepsopleiding neemt deel aan de conferentie ‘VET als motor van innovatie en werkgelegenheid’, georganiseerd door Indra
De algemeen secretaris van Beroepsopleiding, Esther Monterrubio, sprak maandag op het evenement ‘VET als motor van innovatie en werkgelegenheid’, georganiseerd door Indra, waar zij het samenwerkingskader tussen bedrijven en overheden benadrukte om de opleiding van zowel studenten als leraren te verbeteren, en hoe deze alliantie de economische en industriële ontwikkeling van het land beïnvloedt.
“Beroepsopleiding is een hefboom voor het land: het zet het potentieel van jong talent om in innovatie die bedrijven en ons dagelijks leven verbetert. Door dit te doen wordt de ontwikkeling van onze industriële en technologische capaciteiten versneld”, aldus Monterrubio, die benadrukte dat “dit resultaat geen toeval is”, maar eerder “geboren is uit de alliantie tussen instellingen, centra voor beroepsopleiding en bedrijven die normen, verantwoordelijkheden en visie delen.”
In die zin heeft hij verklaard dat “training voor de persoon professionele identiteit en autonomie betekent, weten hoe een probleem moet worden gediagnosticeerd, een oplossing moet worden gedocumenteerd, met anderen moet worden samengewerkt en een proces moet worden verbeterd. SpanjeHet gaat om concurrentievermogen en cohesie: minder discrepanties tussen vraag en aanbod, meer hoogwaardige werkgelegenheid, meer territoriale ontwikkeling.’ ‘Daarom praten we over een levensproject en ook over een landenproject’, voegde hij eraan toe.
De secretaris-generaal van de beroepsopleiding heeft het op prijs gesteld dat centra en bedrijven vooruitgang boeken “in de co-creatie van opleidingstrajecten, waarbij ze de kaart van kwalificaties bijhouden en de inhoud afstemmen op bewijs van de vraag.” En hij heeft gewezen op de elementen die “ten dienste staan van deze alliantie”, zoals het Dual FP; de klaslokalen voor toegepaste technologie, bekend als ATECA, en de laboratoria die het klaslokaal dichter bij de operationele realiteit brengen; de opleidingsverblijven en het gespecialiseerde onderwijzend personeel, waardoor de ervaring van het bedrijf de klas binnenkomt; transversale digitale competentie; en specialisatietrajecten.
Met deze doelstellingen heeft Monterrubio opgeroepen tot “het consolideren van dit raamwerk van samenwerking gebaseerd op vertrouwen, duidelijkheid van rollen, trainingskwaliteit, bewijsmateriaal en openheid.” ‘Een raamwerk waarmee iedereen wint’, verzekerde hij, ‘omdat het bedrijf tijd en kwaliteit wint, de centra relevanter worden, de studenten betekenis krijgen en het land technologische en industriële capaciteit krijgt.’
Van zijn kant was Ángel Escribano, uitvoerend president van de Indra Group, het met Monterrubio eens dat beroepsopleiding “een hefboom voor transformatie voor onze samenleving is” die “niet alleen jaarlijks duizenden jonge mensen opleidt” en die “geen grenzen kent.” Indra Group heeft 11.840 professionals in dienst die beroepsonderwijs en -opleiding hebben gevolgd, 31% van het totaal, en overeenkomsten met 346 centra voor beroepsopleiding door het hele land.




