De 196 landen verbinden zich er in het bijzonder toe om tegen 2030 collectief 30% van het land en 30% van de oceanen te beschermen en vervuiling te bestrijden, inclusief die in verband met pesticiden. Landen moeten biodiversiteit mainstreamen in alle sectoren en beleidsmaatregelen en financiële stromen afstemmen op de ambitie van het nieuwe kader. De overeenkomst erkent ook het verband tussen de klimaatcrisis en de biodiversiteitscrisis, en de noodzaak om deze tegelijkertijd aan te pakken.
“Naast deze ambitie bevat de overeenkomst de elementen op het gebied van financiering, monitoring en ondersteuning om de opvolging te verzekeren en de effectieve uitvoering van de aangegane verbintenissen te garanderen”, zegt Zakia Khattabi.
“De context was moeilijk. Maar iedereen begreep dat je de tak waar je op zit niet verder kon afzagen. Deze overeenkomst gaat immers over het voortbestaan van de mensheid. Er is een noodzakelijk evenwicht bereikt en daarop moeten we nu vertrouwen”, vervolgt de minister.
Het is nu aan landen om de gemaakte afspraken te vertalen naar hun nationale biodiversiteitsplannen. Tijdens COP16 in 2024 zal de internationale gemeenschap opnieuw samenkomen om de balans op te maken van de vorderingen en indien nodig verdere actie te ondernemen.